Spiritualiteit werkt in je huis; praktische tips voor een weldadige woonomgeving | 2 – Zoals je huis is, zo ben jij

“Als er licht is in de ziel,

zal er schoonheid zijn in de mens.

Als er schoonheid is in de mens,

zal er harmonie zijn in het huis.

Als er harmonie is in het huis,

zal er rust zijn in het land.

Als er rust is in het land,

zal er vrede zijn op aarde.”

Chinees gezegde                                                                                                          Uit: Wijsheid uit het verre oosten – 365 dagen

Wonen; het hebben van een dak boven ons hoofd, een plek om beschermd te zijn tegen de elementen, ons nageslacht te baren en groot te brengen. Het is allemaal zo oud als Methusalem. Letterlijk heeft het woord ‘huis’ een Indo-Germaanse basis met de betekenis ‘bedekken’ en beschrijft het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse taal het woord ‘huis’ als ‘bouwwerk of bouwsel dat mensen tot woning dient of als zodanig geschikt is’.

Zo ver als we kunnen teruggaan in de geschiedenis van de mensheid, hebben we moeite gedaan om een onderkomen te creëren. De prehistorische mens had zijn holen, de Inuit – de naam waarmee de eskimo’s in Groenland en Canada zichzelf aanduiden – hun iglo’s en wij, in onze moderne tijd, hebben allerhande fantastische constructies bedacht om in te wonen. De vorm kan dan weliswaar in de loop van de evolutie zijn veranderd, het is niettemin een van onze meest fundamentele instincten om een nest te willen bouwen. Voordat we de beschikking hadden over onze huidige stand van kennis en ontwikkeling van het bouwen, koos de mens materialen uit die in de omgeving van nature aanwezig waren. Wij in ons deltaland, zijn gebruik gaan maken van klei dat in overvloed voorhanden is. In Engeland, in meer zuidelijke landen en in bergachtige gebieden is veel gebruik gemaakt van natuursteen. Op de ijsvlakten van de Noordpool gebruiken de Inuit ijs dat in overvloed voorhanden is. Scandinavië en Canada kennen meer een traditie van het bouwen met hout. In Mongolië, waar eigenlijk nauwelijks materialen voorhanden zijn die geschikt zijn om als bouwmateriaal te dienen, is op inventieve wijze een behuizing bedacht die wordt opgebouwd uit vilten lappen die gemaakt zijn van het haar van de yak, een dier dat in de Mongoolse cultuur ongeveer dezelfde plek inneemt als bij ons de koeien. Deze yurts zijn door het vilt niet alleen warm en comfortabel, maar bovendien ook gemakkelijk te verhuizen, wat voor een volk dat een nomadisch bestaan leidt natuurlijk erg handig is.

De toegepaste materialen hebben dus een belangrijke rol gespeeld in de vormen die zijn ontwikkeld voor onze behuizing. Inmiddels is er echter een ongekende vrijheid ontstaan om het huis waarin we willen wonen vorm te geven, zonder al te zeer rekening te hoeven houden met de beperkingen van de te gebruiken bouwmaterialen. De meest exotische bouwwerken zie je overal verrijzen, maar de vraag is gerechtvaardigd of ons dat gelukkiger maakt en of het wonen in dergelijke aparte, en soms ook exclusieve gebouwen ook bijdraagt aan ons welzijn en welbevinden. Deze vragen betreffen dan alleen nog maar de buitenkant, de veelal door een architect ontworpen gebouwde vorm. Dit zegt niets over wat een onderkomen, een huis nog meer zou moeten zijn: een thuis. Een thuis is de plek waarnaar je terugkeert van weggeweest zijn. Waar je samen bent met dierbaren, met familie en vrienden. Waar je liefhebt en leed deelt. Waar je, als je geluk hebt, geboren wordt en overlijdt. Waar het grootste deel van je leven zich afspeelt. Kortom: een thuis is meer dan alleen maar een bescherming tegen de elementen. Wonen is meer dan het hebben van een dak boven je hoofd.

Een thuis is ook meer dan een hip vormgegeven gebouw, een verzameling meubels en spullen; het overstijgt het materiële. Een huis wordt pas een thuis wanneer er liefde en warmte is, wanneer het huis bezield is en er ruimte is voor liefdevolle aandacht; voor elkaar en voor jezelf. Je huis is eigenlijk je derde huid. De eerste huid is je echte vel. De tweede huid zijn de kleren die je draagt en waarmee je al veel van jezelf tot uitdrukking brengt. Draag je een bepaald merk, een bepaalde stijl, dan hoor je bij een bepaalde klasse, een bepaalde groep met een eigen gedachtegoed. Het zou hilarisch zijn wanneer een voetballer opeens in een tutuutje het veld op zou komen of in een smoking. Nog afgezien van de praktische kanten past de outfit niet bij de activiteit en het gedachtegoed dat bij die activiteit hoort. Een zacht en vrouwelijk ensemble ‘matcht’ niet bij de stoere (mannelijke) uitstraling van het voetballen. Dit principe laat zich ook in de vormgeving van je derde huid, je huis, zien. Ook hier druk je uit, bewust of onbewust, wie je bent, en waar je je goed bij voelt. Maar zo zorgvuldig als je misschien de juiste schoenen uitzoekt bij een bepaalde jurk of broek ,zo weinig aandacht is er vaak voor het huis, voor je derde huid. Daar liggen de kansen voor ontwikkeling, bewustwording, groei en vernieuwing.

Thuis                                                                                                                                                  We leven in een tijd waarin we langzamerhand verleerd zijn om een thuis te scheppen voor onszelf en voor onze dierbaren. Veel meer lijkt het erop dat een huis is verworden tot een verzamelplek van een aantal individuen wier agenda hen toevallig op hetzelfde moment gebruik laat maken van de badkamer of de magnetron. Terwijl het huis juist een warm en gekoesterd middelpunt zou moeten vormen in het leven van ieder mens, zo’n beetje de belangrijkste plek op aarde. Geen thuis hebben maakt ontheemd, onzeker en werkt deprimerend: je hebt immers niets waarnaar je terug kunt keren. Een huis dat geen thuis is mist warmte en bezieling, maakt mensen afstandelijk, koel en houdt hun hart gesloten. Ogenschijnlijk lijkt dat in tegenspraak met de huidige trend waarbij er juist buitengewoon veel aandacht is voor het inrichten en verbouwen van huizen. Er zijn tal van tv-programma’s en glossy magazines die laten zien hoe je een huis kunt opleuken en er een stijlvolle toonkamer van kunt maken. Dit klinkt een beetje sarcastisch, maar dat is om aan te geven hoe ver we afgeraakt zijn van het met simpele middelen creëren van een THUIS, met hoofdletters. Nergens wordt uitgelegd hoe we ons huis kunnen bezielen, hoe we onszelf, en niet de stijl die we willen kopiëren, tot uitdrukking kunnen brengen. Hoe we de warmte, de liefde en spiritualiteit weer terug kunnen brengen in ons huis en in ons leven. De invloed die een huis op ons heeft is ongekend en wordt nog schromelijk onderschat. De omgevingspsychologie doet zijn best het bewustzijn hierover te vergroten, maar deze leer houdt zich in het algemeen meer bezig met de grotere omgeving dan met het privé van het huis. Dit boek wil juist het licht laten schijnen op de weldadigheid van het hebben van een Thuis.

Feng Shui                                                                                                                                       Feng Shui (je spreekt het uit als: fung schwee) is een eeuwenoude leer die de relatie tussen de mens en zijn omgeving onder woorden brengt en daarmee werkt. Een heel oude vorm van omgevingspsychologie dus. Het is een leer die je de verbazende invloed laat ervaren die kleuren, indelingen, materialen, functies en de juiste plaatsing van het meubilair op je leven hebben. Het is daarmee eigenlijk een heel spirituele manier van omgaan met je woonomgeving en overstijgt aspecten als ‘mooi’ en ‘lelijk’, het plaatst alles in een meer energetische en zogezegd ‘bewuste’ context. Feng Shui gaat er namelijk van uit dat alles uit energie bestaat en alles ook wordt omringd door energie. Dit is uiteraard niet de variant die uit het stopcontact komt, maar het is een levensenergie, ook wel chi of qi genoemd. Deze chi stroomt door alle levende wezens, maar ook door gebouwen of door een stad of dorp. De manier waarop deze levensenergie zich in onze woon- en werkomgeving voordoet, is sterk van invloed op onze stemmingen en gezondheid. Feng Shui werkt met de aanwezigheid van deze energie in de ruimtelijke omgeving. Deze aanwezigheid kun je daadwerkelijk ervaren en kan soms bijna tastbaar en voelbaar zijn. De atmosfeer van heiligheid en devotie die je in een kerk kunt voelen is daar een voorbeeld van, maar ook de specifieke sfeer die in de praktijk van de tandarts aanwezig is zijn vormen waarin de levensenergie zich kenbaar maakt en waar mensen op reageren. Het is overigens niet alleen de vorm van het gebouw dat bepalend is voor de kwaliteit en het karakter van de levensenergie, maar het zijn ook aspecten als inrichting en de functie die het gebouw heeft waardoor de levensenergie wordt gevormd en haar kwaliteit wordt bepaald. Het is die levensenergie die in belangrijke mate het gedrag en de gevoelens van de bezoekers beïnvloedt.

In de Feng Shui filosofie circuleert de chi volgens een bepaald patroon door een ruimte of gebouw en dit patroon wordt gezien als een raster met negen gebieden. Deze negen gebieden corresponderen met negen levensaspecten: carrière; kennis; familie; welvaart; roem; relaties; creativiteit; ondersteuning en prestatie; het negende gebied bevindt zich in het centrum van het raster en vertegenwoordigt de tao, de balans in al het leven. Dit laatste levensaspect is ook verbonden met de algehele gezondheid van zowel het gebouw als de bewoners. Er zijn immers vele factoren om ons heen die onze gezondheid en welbevinden beïnvloeden of waardoor deze uit balans kunnen raken. Net zoals het negende gebied in het centrum omringd wordt door de andere acht gebieden van dit raster en beïnvloed wordt en een resultaat is van de kwaliteit van levensenergie van deze acht gebieden. Samen vormen deze negen levensaspecten een schema dat de Ba Gua heet. Deze Ba Gua is het instrument waarmee een huis ‘gelezen’ kan worden en met behulp waarvan kan worden vastgesteld of een gebouw in balans en harmonie is of dat er iets aan de levensenergie, de chi, ontbreekt of juist te nadrukkelijk aanwezig is. De levensaspecten hebben namelijk bepaalde voorwaarden nodig waaraan een ruimte moet voldoen om zich optimaal te kunnen laten zien en ontwikkelen. Ze ‘reageren’ dan ook op de eerder genoemde factoren waardoor ze zijn omringd.

Zoals de kwaliteit van het bloed de stroom van levensenergie in het lichaam beïnvloedt en de kwaliteit van het bloed beïnvloed wordt door de werking van de verschillende organen, zo wordt de energiestroom in een gebouw beïnvloed door vormen, materialen, deuren, ramen, spiegels, meubels, apparaten, kleuren en zelfs de infrastructuur, zoals een afvoersysteem. En, niet in de laatste plaats, door de mens die zich in die ruimte of dat huis bevindt. Je zou kunnen zeggen dat Feng Shui voor een gebouw is, wat acupunctuur is voor het lichaam: het is een middel om inzicht te krijgen of het huis als ‘organisme’ gezond is, goed functioneert, geen blokkades heeft en over voldoende levenslust beschikt.

Metafoor                                                                                                                                        Het is juist deze manifestatie van energie in de ruimtelijke omgeving waardoor je je huis kunt beschouwen als metafoor van jezelf. In de Ba Gua neemt de mens dan ook de positie in van het levensaspect dat zich in het centrum bevindt. De Chinezen zeggen letterlijk: ‘Zoals jij bent, zo is je huis. En zoals je huis is zo ben jij.’ Tja, dan kijk je eens om je heen in je huis en dan kijk je naar een metafoor van jezelf, compleet met klemmende deuren, dozen vol prutteltjes op zolder, misschien een lekkende kraan en een plafond dat dringend aan een schilderbeurt toe is. Misschien zijn het aspecten van je huis waar je niet zo blij mee bent en waarvan je wellicht veel last hebt, vooral wanneer je je oprecht ongelukkig of ontevreden voelt. In hoeverre heb je de oorzaak van dit ongenoegen echter wel eens in je woonomgeving gezocht? In hoeverre kun je je huis een thuis noemen? Zo veel te doen, zo veel te onderhouden, te repareren, op te ruimen en schoon te maken. Het vraagt allemaal aandacht en energie. Aandacht en energie die je wellicht veel liever ergens anders aan wilt besteden, waardoor je bij voorkeur je rommelige, imperfecte huis ontvlucht en ondertussen droomt van een woonomgeving die helemaal aan al je wensen voldoet.

Filmmakers zijn er heel goed in om sinistere sferen op te roepen met behulp van krakende en piepende deuren, donkere ramen en enge trapjes naar diepe, vochtige kelders. Evenzogoed als zij harmonieuze beelden kunnen oproepen door ideale en gelukkige gezinnen te laten zien in mooie, schone en prettig ingerichte woningen in gegoede buurten waar het gras altijd groen en pas gemaaid is. De beelden en emoties die daarmee opgeroepen worden zijn universeel, heel stereotype en zeer herkenbaar.

Wij kiezen en vormen onze woonomgeving echter naar ons ‘evenbeeld’, of we dat nu heel bewust doen of niet en roepen daarmee ook beelden en emoties op bij onszelf en bij degene met wie we het huis delen of die ons bezoeken. Wij zijn het zelf die kiezen voor een tweedehands bank of een rode muur, voor het vol zetten van de zolder met dozen en spulletjes of voor TL verlichting in plaats van een romantische schemerlamp. Wat je huis je laat zien is dan ook de vorm waarin jij je tot nu toe tot uitdrukking hebt gebracht. Dit is de wijze waarop je je levensenergie hebt gemanifesteerd. Je huis biedt je daarom de kans om je bewust te worden op welke wijze je dat tot nu toe gedaan hebt; met hoeveel kracht, chaos, humor, uitbundigheid, overgave, wanhoop, onhandigheid of desinteresse dit ook gedaan is. Zodra je je dat bewust bent geworden, kun je kiezen of je het anders wilt of niet, want je huis is de ultieme plek waar je jezelf tot uitdrukking kunt brengen. Een huis wordt pas jouw thuis zodra je de gordijnen hebt opgehangen, de muren hebt geverfd, je boeken een plek hebt gegeven en de telefoon hebt aangesloten. Tot die tijd is het slechts een georganiseerde stapel bouwmaterialen. Het is de mens, jij, die het huis tot leven brengt, bezielt en tot een thuis maakt. De weldadige, unieke en volmaakte woonomgeving waarvan je droomt, als metafoor van de unieke en volmaakte mens die je diep vanbinnen bent, ligt dan ook binnen handbereik. Het begint echter allemaal met het accepteren van wat er is, omdat het ooit, hoe onbewust ook, door jezelf gekozen is. Dit is, leuk of niet, het punt waarvandaan je vertrekt.

De tekeningen die ik als kind maakte kan ik, sinds ik met Feng Shui werk, ook begrijpen en uitleggen: ik wil dat mijn huis een veilige thuishaven is, waar ik me prettig voel en waar ook vrienden zich welkom weten. Dat ik in die tekeningen ook echt iets wezenlijks van mezelf tot uitdrukking heb gebracht, zie ik om me heen nu ik in een huis woon dat veel karakter uitstraalt en een enorme voordeur heeft. Dat mijn mond ‘vol en gulzig’ is zoals een lieve vriend dat ziet, zal geen toeval zijn. De tekeningen uit je kindertijd zeggen daarom meer dan je in eerste instantie zou verwachten. Een psycholoog zal er ongetwijfeld hele verhandelingen over kunnen houden en aan de hand van die tekeningen uitleggen hoe je persoonlijkheid werkt en in elkaar steekt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de therapeutische methode die Jung heeft gehanteerd, om te werken met het beeld van het huis met al zijn kamers als symbool van het eigen (onder)bewustzijn. Dit is een algemeen aanvaarde methode, dus waarom dit principe niet een stapje verder doorgevoerd door te kijken wat je huidige woning over je persoonlijkheid zegt?!

Veilige thuishaven                                                                                                                           In het ‘echte’ leven ondervind je voortdurend weerstand door situaties die je uitdagen, beperken of belasten. Juist door deze weerstand ontstaat de kans om te groeien en te ontwikkelen, om keuzes te leren maken. Wanneer je dat kunt doen vanuit een thuisbasis die je ondersteunt, waar je je prettig voelt, waar je helemaal jezelf kunt zijn en die zich als een weldadige warme deken om je heen voegt, kun je de uitdagingen van het leven beter aan en deze met meer moed en kracht tegemoet treden. Wonen in een huis waar je je niet thuis of veilig voelt kost veel energie wat uiteindelijk je welzijn, je humeur, je prestaties, je geluk en je gezondheid zal ondermijnen.

Je huis zou eigenlijk de plek moeten zijn waar je helemaal tot rust kunt komen en dat je dus met volle overtuiging ‘thuis’ kunt noemen. Waar je kunt zijn die je bent en waar je je helemaal veilig en zeker weet. Om dat te bereiken zou je eens met andere ogen naar je huis kunnen kijken. Niet slechts als bescherming tegen de elementen of als veilig hol om je nest in te bouwen, maar vanuit het bewustzijn dat het de metafoor is van jezelf, van wie jij bent. Net zo goed kan je daarom zeggen dat een huis dat nog niet voor je voelt als een thuis, de uitdaging in zich draagt om dit probleem op te lossen en hiervan of hierdoor te groeien.

  • Tip                                                                                                                                                      Het is verrassend om met anderen te praten over het begrip ‘thuis’. Iedereen koppelt er eigen beelden, gedachten en emoties aan. Organiseer eens een etentje met een stel vrienden met als doel het begrip ‘thuis’ met elkaar te onderzoeken en te bespreken, zodat je misschien waardevolle inzichten of opvattingen van anderen aan je eigen visie op het begrip ‘thuis’ kunt toevoegen.
  • Tip
  • Het is een goed idee om eens bij je huisgenoten of goede vrienden te informeren waar zij zich zoal aan ergeren of wat zij graag veranderd willen zien in jouw huis. Ook kunnen ze omschrijven hoe zij jouw huis als geheel zien. Het kan helpen en heel verrassend maar ook confronterend zijn om eens door andermans ogen naar je huis te kijken. Leg wel van tevoren uit dat wat zij te melden hebben iets zegt over jou persoonlijk en dat enige mildheid in het verwoorden daarom niet verkeerd is. Je hebt hier ook een beetje moed voor nodig!
  • Tip
  • Onderzoek de reden waarom je in het huis woont waar je nu woont. Hoe ben je hier terecht gekomen, hoe heb je dit huis gevonden en wat was de oorzaak van de verhuizing? De emoties die aan deze gebeurtenis kleven zijn de eerste energetische informatie waarmee jij dit huis gevoed hebt. Misschien was de aanleiding niet prettig, onderzoek dan of dit nu nog merkbaar is in het huis en of het nodig is dat je daarin nog het een en ander verwerkt en een plek geeft, zodat het huis bevrijd wordt van deze ‘lading’.
  • Boekentip
  • Shelter Shelter, Lloyd Kahn, Shelter Publications 2000.
  • Nieuwbouw en Sfeer, Paul Dijkman, IJzer 2006.
  • Places of the Soul, Christopher Day, The Aquarian Press 1990.
  • Wijsheid uit het Verre Oosten – 365 dagen, Danielle en Olivier Föllmi, Lannoo 2007.

2 gedachten over “Spiritualiteit werkt in je huis; praktische tips voor een weldadige woonomgeving | 2 – Zoals je huis is, zo ben jij”

  1. vorig jaar verhuisd in juli naar een compleet nieuw huis waarvoor ik eerst was uitgeloot. Diegene die het kreeg heeft laten verbouwen en dan op het laatste moment van het huis afgezien en ik was de volgende. Huisnummer 99, een wit klein huisje aan de rand van een beschermd UnescoGebied, landelijk, rustig, alleen alle soorten dieren, de achtertocht, in het westen. Ik moest verhuizen omdat het oude huis zal worden afgebroken ivm stadsvernieuwing. Past prima in mijn levensloop – nu alles nieuw alles anders – de transformatie! Alles was binnen 48 uur op zijn plek en de praktijkruimte staat ook te wachten op een nieuwe start. Zo binnen zo buiten heeft zich waarlijk gemanifesteerd.

    1. Dank je wel voor je reactie Joke. Wat mooi dat je uiteindelijk in het huisje terecht bent gekomen dat nu helemaal bij je past. Inderdaad, een waarlijke manifestatie van het innerlijk in de buitenwereld. Helemaal Feng Shui!
      Groetjes, Nina

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *