Ondertussen in Gizeh… 1

Er is veel gebeurd, sinds ik hier in 1994 voor het eerst was, maar nu ik hier weer terug ben besef ik dat Tintagel de bron was, samen met Glastonbury, de aanzet tot een onvergetelijk avontuur. Mijn avontuur. Nu zit ik hier met uitzicht op de Grote Pyramide en besef me hoe zeer ik me ontworsteld heb aan beperkingen, in welke vorm dan ook, maar vooral die die in mijn hoofd zaten. Het onhaalbare is haalbaar geworden. Magie gerealiseerd en zichtbaar geworden. Het wordt me langzamerhand duidelijk en in de lobby van dit 1000-en-1-nacht-hotel, vallen de dingen samen. Terwijl de pianist eindeloos om de noten heen rommelt en het muziekstuk verkracht tot een romantische brij, doet de fluitist haar best de vloeiende melodie-lijn te verbouwen tot een naar adem happend staccato. Gelukkig houdt het trio, de violist is slechts stille getuige, het maar twee nummers vol waarna een pauze noodzakelijk is. Amusant is het, dat wel en glimlachend glijden mijn gedachten terug naar vanmiddag, de eerste dag na de avondvlucht van Amsterdam naar Caïro. Mijn vriend Fergany Al Khomaty heeft me van het vliegveld laten ophalen en naar het hotel laten brengen dat hij voor me geregeld heeft. Ik weet niet wat hij gedaan heeft, maar hij heeft overnachtingen geboekt in het duurste hotel van Egypte, letterlijk aan de voet van de Grote Pyramide, maar voor de prijs van de eerste de beste prijsstunter. Hij moet mij wel heel erg aardig vinden en de mensen hier zijn wel heel wanhopig om nog wat te verdienen. Misschien dat mijn visualisatie ook een beetje heeft meegeholpen. Je weet maar nooit. Het is ondertussen midden in de nacht dat ik aankom en bij binnenkomst zwermt het personeel om me heen. Ik was al gewaarschuwd; doordat de toeristen wegblijven vanwege de onrusten, is er weinig werk voor het hotelpersoneel dat daardoor alle tijd heeft om zich met z’n allen op die ene toerist te storten die zich niet door het revolutie gedoe van zijn reis heeft laten afbrengen. De boodschap is ook duidelijk, om 12.00 uur haalt Fergany me op. In dit land vraag je niet waar je dan naar toe gaat. Dat zie je vanzelf. Strakke planningen en schema’s werken hier ook niet, dus ik ben benieuwd hoe lang ik op Fergany moet wachten. Maar zowaar, klokslag 12.00 uur komt hij aanrijden in zijn Nissan Patrol. Ik moet een beetje lachen omdat ik zeker weer dat dit wat gevoelens van jaloezie zal oproepen aan het thuisfront. Kennelijk rijdt een beetje avonturier van stand in een Nissan Patrol.

Diezelfde Nissan Patrol kreunt zich even later een weg omhoog tegen het zandduin op, en net als ik denk dat we achterover zullen kukelen, staan we bovenop het duin. Tranen springen in mijn ogen bij de aanblik van de pyramides, de woestijn en het silhouet van in smog gehuld Caïro op de achtergrond. Mijn gedachten en mijn hart springen terug in de tijd en ik voel de opdracht die ik ooit, toen ik hier naïef en onbevangen de eerste keer kwam, ontvangen heb. Maar ook de verbinding die nog open is en pijn doet soms. Het is de jeep die me herinnert aan de tocht met Boris Said. Door de woestijn, naar Alexandrië en na afloop eten bij Christo’s. Naïef geluk. Ik voel het verdriet door mij heen spoelen, op zoek naar een uitweg. Fergany rommelt ondertussen goedbedoeld met een cassette met meditatie muziek, zo zeurderig dat je haren er een beetje van overeind gaan staan en die het noodzakelijk maakt dat je je daarvoor afsluit. Prima, dat was ook even de bedoeling. Prettig neveneffect is dat de man achter het stuur ook even zijn mond houdt.

Het trio begrijpt het en speelt ondertussen alleen in mineur. Mag ik Debussy alsjeblieft.

1 gedachte over “Ondertussen in Gizeh… 1”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *