#3 Het gevoel van Thuiskomen

Dit blog verscheen eerder in Bres

Thuiskomen

Thuiskomen, wie wil dat niet? ‘Thuis’ is de plaats waar iemand woont. Thuis-komen is dus niets meer en minder dan in onze eigen woning terugkomen. Wanneer echter voelt een huis ook werkelijk als een thuis? Wanneer verandert ‘een huis binnengaan’ in ‘thuiskomen’? Aan welke voorwaarden moet een huis voldoen voordat we het ‘thuis’ kunnen noemen? Ook niet onbelangrijk is de vraag wie of wat er dan ‘thuiskomt’!

Thuis

We leven in een tijd waarin we langzamerhand verleerd zijn om een thuis te scheppen voor onszelf en onze dierbaren. Veel meer lijkt het erop dat een huis verworden is tot een verzamelplek van een aantal individuen wier agenda hen toevallig op hetzelfde moment gebruik laat maken van de badkamer of de magnetron. Terwijl het huis juist een warm en gekoesterd middelpunt zou moeten vormen in het leven van ieder mens; het zou zo’n beetje de belangrijkste plek op aarde moeten zijn. Geen thuis hebben maakt ontheemd, onzeker en werkt deprimerend: we hebben immers niets waarnaar we terug kunnen keren, waar we thuis kunnen komen. Geen vast anker waar we houvast aan kunnen ontlenen en ons herinnert aan wie we zijn. Een huis dat geen thuis is mist warmte en bezieling, maakt mensen afstandelijk, koel en houdt hun hart gesloten. Een huis dat vol staat met allerhande rommel kan evenmin een thuis genoemd worden. Niet de mens maar de aanwezige spullen vormen in een volgepakt huis het middelpunt waar de mens zich omheen moet buigen en bewegen. Ook een huis dat met de grootste zorgvuldigheid door een beroemde interieurarchitect is ingericht, toont de signatuur van deze architect en niet noodzakelijkerwijze van de bewoners zelf. Zij voegen zich in het uiterlijk vertoon van het prachtige woonbeeld dat is gecreëerd, waarin persoonlijk leefgruis in veel gevallen enkel detoneert.

Trend

Ogenschijnlijk lijkt het onvermogen om een thuis te scheppen in tegenspraak met de huidige trend waarbij er juist buitengewoon veel aandacht is voor het inrichten en verbouwen van huizen. Er zijn tal van tv-programma’s en glossy magazines die laten zien hoe we een huis kunnen opleuken en er een stijlvolle toonkamer van kunnen maken. Hoe ver zijn we niet afgeraakt van het met simpele middelen creëren van een thuis? Nergens wordt uitgelegd hoe we ons huis kunnen bezielen, hoe we onszelf – en niet een of andere trendy stijl die ons houvast geeft – tot uitdrukking kunnen brengen. Hoe we de warmte, de liefde en spiritualiteit weer terug kunnen brengen in ons huis en in ons leven. Hoe we onszelf, in al onze kwetsbaarheid, kunnen laten zien in ons huis. De invloed die een huis op ons heeft is ongekend en wordt nog schromelijk onderschat.

Thuisbasis

In het ‘echte’ leven buitenshuis ondervinden we voortdurend weerstand door situaties die ons uitdagen, beperken of belasten. Het leven buitenshuis, dat zonder meer met regelmaat aandoet als een ware jungle, treden we regelmatig tegemoet vanuit een houding om te overleven. Zowel het beslechten van de weerstand als het overleven in de jungle vraagt om kracht, een goede gezondheid, moed en een stevige eigen basis. Een thuisbasis wel te verstaan. Een thuisbasis die ons ondersteunt en waar we ons prettig voelen. Waar we helemaal onszelf kunnen zijn en die zich als een weldadige warme deken om ons heen voegt, die ons een stevig fundament biedt dat ons helpt de uitdagingen van het leven beter aan te kunnen en deze met meer moed, eigenheid en kracht tegemoet te treden. Wonen in een huis waar we ons niet thuis of veilig voelen, kost veel energie wat uiteindelijk ons welzijn, humeur, prestaties, geluk en onze gezondheid zal ondermijnen.

Ons huis zou eigenlijk de plek moeten zijn waar we helemaal tot rust kunnen komen en dat we dus met volle overtuiging ‘thuis’ kunnen noemen. Om dat te bereiken zouden we eens met andere ogen naar ons huis kunnen kijken. Niet slechts als bescherming tegen de elementen of als etalage voor een aangenomen identiteit, maar vanuit het bewustzijn dat het de metafoor is van onszelf.

Een huis dat nog niet als een thuis voelt draagt de uitdaging in zich om hiermee aan de slag te gaan en biedt ons de mogelijkheid hierdoor te groeien en onszelf te ontdekken.

Verbouwen

Elk huis vertelt zijn eigen verhaal. Het is nieuw of oud, heeft al veel bewoners gehad of nog helemaal niet. Het is groot, klein, ouderwets of supermodern. Ooit hebben we besloten om in dit huis te gaan wonen, misschien zijn we er wel regelrecht verliefd op geworden. Het kan ook zijn dat het het enige huis was dat voorhanden was op het moment dat we uit dringende noodzaak woonruimte zochten. Onze keuze is uiteraard mede bepaald door allerlei praktische zaken zoals financiële middelen of de locatie ten opzichte van ons werk. Hoe het ook zij, met dit huis hebben we het nu even te doen. Ook als we met sommige aspecten niet helemaal blij zijn maar die wellicht, wanneer we er met andere ogen naar kijken, toch op dit moment precies goed zijn zoals ze zijn. Vergelijk het met het lichaam waarin we geboren zijn. Daar hebben we het ook maar mee te doen al mankeert er hier en daar wellicht (in onze eigen ogen) wat aan.

Verbetering?

Zo ook met ons huis. Rare hoekjes, gebrek aan bergruimte, enorme ramen of juist hele kleine, elk huis heeft zijn eigen karakteristieke kenmerken en gebreken. Een huis met drie slaapkamers is nu eenmaal een huis met drie slaapkamers, ook al staan er zes op ons verlanglijstje. We zouden uiteraard gewoon kunnen gaan verbouwen. Net zoals er tegenwoordig heel wat aan lichamen verbouwd, gekleurd of glad gespoten wordt, doen we dat ook met onze huizen. Even snel een kamertje erbij, een dakkapel erop, een muurtje gesloopt of een serre ergens bij aan en dan zijn we blij en tevreden. Of toch niet? Het karakter van het huis laat zich niet wijzigen. Oud blijft oud. Een bungalow blijft een bungalow en ook van een flat kunnen we geen kasteel maken, hoe lang we ook blijven wensen, dagdromen of visualiseren. Vaak zijn die verbouwingen overigens, bij gebrek aan voldoende financiële middelen en inzicht, van een dergelijke kwaliteit dat we ons oprecht mogen afvragen of ze naast een verandering ook een verbetering bewerkstelligen.

Uitdaging tot acceptatie

Het zou daarentegen juist een uitdaging kunnen zijn om te leren accepteren wat er is en daarnaar te leven, er het beste van te maken en er tevreden mee te zijn. Alles is goed zoals het is en ook als het niet goed is, is het goed. In elke beperking, elk probleem, elke tegenslag ligt de uitdaging besloten om het te nemen zoals het komt en er het beste van te maken. ‘In der Beschränkung zeigt sich der Meister’ (in de zelfbeperking blijkt pas het meesterschap), zoals Goethe eens in een sonnet zei. Eigenlijk betekent dit dus ook het meester worden over de beperkingen die zich in onze huidige woonomgeving laten zien en tevreden zijn met wat er is. Want hoe maakbaar willen we dat alles is? Het verhaal dat ons huis ons nu vertelt is ons eigen persoonlijke verhaal, het verhaal van ons leven; de deuk in de deur die ontstond toen deze in een kwade bui keihard open werd gegooid; de streepjes op de muur die vertellen hoe groot de kinderen inmiddels gegroeid zijn; de handafdruk van broerlief op de muur toen hij hielp met het installeren van de nieuwe badgeiser.

Metafoor

Ook in overdrachtelijke zin wordt in ons huis het verhaal van ons leven zichtbaar. De beperkte ruimte op de verdieping die ons wellicht iets zegt over de beperkingen of eenzijdigheid in onze manier van denken of de klemmende voordeur die de vraag op zou kunnen roepen of we wel zo graag mensen ontvangen. De verschillende ruimtes in huis en de wijze waarop ze ten opzichte van elkaar georganiseerd zijn laten enerzijds zien hoe ons huis zich laat gebruiken; hoe lenig en flexibel het is. Anderzijds toont het hoe wij daarmee omgaat. Een kleine keuken biedt weliswaar geen ruimte aan een grote leeftafel maar kan wel uitdagen om deze heel efficiënt in te richten en te gebruiken. Een enorme woonkamer daarentegen daagt ons juist uit deze te vullen met leven en aanwezigheid.

Daarnaast hebben we uiteraard te maken met het meubilair en de spullen die hun intrek genomen hebben in deze ruimtes. Teveel spullen in een te kleine ruimte is een veel voorkomend probleem in onze kleine Nederlandse woningen. Dit vraagt om het maken van keuzes en hanteren van strenge principes. Professional organizers hanteren vaak de regel dat als er iets het huis in komt, dat er dan ook iets uit moet om ruimte te maken. Lukt ons dat? Met andere woorden: hoe lenig en flexibel gaan wij met de beperkingen en de mogelijkheden van ons huis  -lees: van onszelf – om en in hoeverre zijn we in staat deze te accepteren en daarnaar te handelen en te leven? Als de nieuwe fiets buiten staat te verroesten omdat er in de schuur geen plaats is, hoe zinnig is het dan nog om vast te houden aan de spullen in de schuur?

Informatie

Wonen levert, vanuit de gedachte dat we evoluerende wezens zijn die kunnen leren van de omgeving zoals we die gecreëerd hebben, daarom interessante informatie op. De directe woonomgeving vertelt het verhaal van wie we zijn, welke drijfveren ons leven richting geven en welke thema’s in ons onbewuste sluimeren en daar voortdurend wachten op een mogelijkheid om zich aan ons op te dringen en zich kenbaar te maken. Wonen is een werkwoord en dat geeft weer dat er een inspanning van ons gevraagd wordt en dat we uitgedaagd worden om in actie te komen om het wonen voor onszelf in te richten en vorm te geven. We kunnen wonen zien als een ontwikkelingsproces dat – heel dichtbij – spiegelt wie we waren wie we nu zijn en wie we zouden kunnen worden. Wonen kan daarmee heel veel interessante informatie oplevert; in de eerste plaats voor onszelf. ‘[…] want wie wij zijn wordt grotendeels bepaald door onze omgeving’.[1]

Thuiskomen

De invloed die een omgeving op je heeft, laat zich het beste verklaren doordat we onbewust de omgeving scannen op mogelijke ‘bedreigingen’. We zijn voor ons gevoel van welbehagen sterk afhankelijk van de veiligheid die de omgeving ons biedt. Een modern interieur kan te kaal en te kil zijn waardoor we een gebrek aan geborgenheid ervaren. Omdat we allang geen echte vluchtdieren meer zijn gaat het dus niet meer om grote bedreigingen zoals wilde dieren die in het struikgewas op de loer liggen, maar om de subtiele signalen die ons emotioneel en spiritueel een ongemakkelijk gevoel geven. We zijn er erg goed in geworden onszelf af te sluiten voor invloeden van buiten die inwerken op onze zintuigen en die we als onaangenaam ervaren. We worden doof voor lawaai, blind voor lelijkheid en wanorde en murw voor vervelende aanrakingen. We kweken eelt op onze zintuigen en daarmee op onze ziel. In het leven van alledag wordt veel van de levensenergie en de informatie die daarbij hoort, daardoor niet meer bewust ontvangen. Desondanks is deze sterk van invloed op onze stemmingen en gezondheid. We denken namelijk met ons lichaam. ‘[…] hebben we warme handen, dan krijgen we vanzelf meer warme gedachten […]’ zegt Mark Mieras.[2] Een huis dat signalen afgeeft waar we ons ongemakkelijk bij voelen, is geen thuis, maar biedt slechts fysieke beschutting tegen de elementen en onderdak aan de eerder beschreven groep individuen. In een dergelijke omgeving kan weliswaar het lichaam een huis vinden, maar kan de ziel niet thuiskomen.

Ziel

‘[…] wat me wel aanspreekt is het begrip bezieling. Dat staat voor mij voor aandacht geven aan de dingen om je heen, je verbonden voelen met de dingen die je doet en die dingen vol overtuiging doen. Dingen doen: dat is toch wat het leven is. Dingen met bezieling doen, is dus leven met bezieling. En daar hou ik van.’ aldus Bas Haring.[3] Bezieling van ons huis en van de omgeving waarin we werken en verblijven, is iets waar iedereen onbewust naar hunkert. Het verbonden voelen, niet alleen met de handelingen die we verrichten, maar ook met de spullen om ons heen en met de omgeving waarin we ons bevinden, geeft betekenis aan die handelingen, spullen en omgeving. Het schept voldoening en creëert tevredenheid. Aandacht maakt je huis mooier. Een dergelijk huis biedt ruimte om niet alleen ons lichaam, maar ook onze ziel thuis te laten komen.

Hoe Thuis voel jij je in jouw huis?

Met de Woonhouding Ontdekkingsvragen krijg je inzicht in de persoonlijke houding en relatie die jij hebt tot je woonhuis.

Dit levert interessante informatie op. Niet alleen over de gemaakt keuzes in je huis maar ook over de keuzes die je hebt gemaakt in je leven.

Naast een mail met jouw exemplaar van de Woonhouding Ontdekkingsvragen, ontvang je een tweede mail met extra informatie en tips. Deze kun je gebruiken om je woonhouding, waar nodig, te verbeteren waardoor jij je prettiger gaat voelen in je huis en daarmee ook in jouw leven!

 

[za_button caption=”DOWNLOAD GRATIS” animate_icon=”false” link=”http://eepurl.com/c0HeWD” link_target=”_blank” padding_vert=”14px” padding_horz=”20px” border_width=”1px” text_color=”#887197″ bg_color=”#ffffff” border_color=”#887197″ text_color_hover=”#ffffff” bg_color_hover=”#887197″ border_color_hover=”#887197″]

 

 

[1] Interview met Paul Verhaeghe, psychoanalyticus – Wilma de Rek, de Volkskrant Vonk, 20 oktober 2012

[2] Denken met je lichaam – Mark Mieras, Psychologie Magazine, februari 2011

[3] Interview met Bas Haring, filosoof – Margriet van der Heijden, themakatern ‘de Ziel’ bijlage NRC Handelsblad 3 april 2012

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *