Kraai en raaf; boodschappers van de goden – deel 2

Het is een rare vogel, Kraai. Na drie dagen tegen het raam van mijn comfort zone getikt te hebben, laat hij zich nu niet meer zien. Wel hoor ik hem zo nu en dan iets krassen dat onverstaanbaar is maar lijkt op kraa-aktie, kraaa-aktie. Het doet me denken aan een ervaring die ik had toen ik jaren geleden, met veel vragen in mijn hoofd, een wandeling maakte in een bos bij ons in de buurt. Dit bos staat onder geomanten bekend om zijn bijzondere energie en ook schijnt het er heerlijk toeven te zijn voor allerhande natuurwezens. Als neofiet in de leer van geomantie, leek dat me wel een aardige plek om mijn gedachten te verzetten. Waar naartoe was op dat moment een van de vragen.

Het bos zelf is prachtig met een gevarieerde vegetatie die zich uitstrekt over de glooiende heuvels van het Montferland en op het moment dat ik uit de auto stap voel ik al de weldaad van deze omgeving. De rust, de vogelgeluiden, de geur van het bos en de aarde. Na even gelopen te hebben, zie ik wat beweging links van me en tot mijn verbazing zie ik op een boomstam, op ooghoogte, Eekhoorn die naar mij zit te staren. Hij zit op ongeveer anderhalve meter afstand van mij, maar er is geen stress en angst bij het beestje te bespeuren. Ik blijf staan. Hij blijft zitten en kijkt, draait zijn kopje een beetje alsof het het dan beter kan zien en blijft ondertussen rustig aan zijn boom hangen. Het roept een merkwaardig vereerd gevoel op bij mij. Kennelijk voelt Eekhoorn geen angst bij mijn aanblik, of hij heeft teveel eikeltjeskoffie gehad, dat kan natuurlijk ook. Na een minuut of tien draait hij zich een beetje om en voel ik de behoefte om door te lopen. We kijken elkaar nog een keer aan en gaan vervolgens ieder onze eigen weg. Ik over het pad door het bos, hij op zijn boom. Ik ben op weg naar een mooie boom die ik tijdens een eerdere wandeltocht heb ontdekt en het pad leidt me verder het bos in naar een gedeelte waar wat meer onderbegroeiing is in de vorm van varens en struiken. Het zonlicht dat door het bladerdak valt, speelt een prachtig lichtspel op de varen-deken en het roept een feeërieke sfeer op. Een stukje verder op het pad gekomen, hoor ik plotseling het nodige gekraak in het kreupelhout en als ik me omdraai staan, op zo’n vijf meter afstand, twee reeën me aan te kijken. Dit is een merkwaardige coïncidentie, eerst Eekhoorn en nu Ree. Langzaam loop ik door. Ree loopt mee. We kijken elkaar zo nu en dan aan en er is bij Ree geen spoortje schrik te bespeuren. Ik blijf langzaam doorlopen. En zij lopen met me mee. Het hele pad lang, totdat plotseling boven mijn hoofd luid een buizerd van zich laat horen. Ik blijf staan en kijk omhoog. Ree kijkt mee. Het lijken Sjonnie en Anita wel. Buizerd kondigt kennelijk een verandering in de energie aan, want Ree vat zijn roep op om vlak voor mij langs het pad over te steken, nog een keertje om te kijken, om vervolgens aan de overkant tussen de struiken te verdwijnen. Ik sta even van deze ervaring te bekomen en vergeet Buizerd, maar hij mij niet. Hij roept nog een keer en als ik omhoog kijk, zie ik hem vlak boven de boomkruinen rondcirkelen, boven de plek waar ik sta. Waarschijnlijk hebben gekke koeienziekte en vogelgriepvirus samen een mutant virus gebrouwen dat een massale gekte in de dierenwereld veroorzaakt. Ik zou dit anders niet kunnen verklaren. Buizerd blijft rondcirkelen, maar als ik verder begin te lopen, vliegt hij boven mijn hoofd met me mee. Dit is straks niet meer uit te leggen thuis! Om bij de boom te komen waar ik graag naartoe wil, is het nog een eindje lopen. Het pad dat ik volg biedt op het eerste gedeelte nog zicht op de blauwe lucht, zodat ik kan zien dat Buizerd mee blijft vliegen boven mijn hoofd. Verderop op het pad, sluiten de boomkruinen zich. Ik kan Buizerd nu niet meer zien maar hij laat ter afscheid nogmaals zijn roep horen. Ik moet denken aan film ‘Close encounters of the third kind’ en dan vooral aan de muziek, die ontbreekt er nog net aan in deze situatie. Gelukkig heb ik mijn boom bereikt en klim het heuveltje op waar hij op staat te pronken als een koning op zijn troon. Het is een prachtige beuk met mooie laaghangende takken en veel zacht mos op de grond rond zijn stam. Zijn markante wortels kruipen als aders op een hand over de grond, hier en daar kuiltjes vormend waarin zich water heeft verzameld. De vredigheid en kracht die hij uitstraalt doen me goed en als ik tegen hem aanleun merk ik dat door de ontmoetingen met Eekhoorn, Ree en Buizerd al veel van de muizenissen in mijn hoofd zijn verdwenen. Daardoor is er ruimte voor rust en meditatie die me meeneemt en helemaal de tijd doet vergeten. Ik weet dan ook echt niet hoe lang ik daar gestaan heb, maar te beoordelen aan de stijfheid van mijn benen, een behoorlijke tijd. Tijd om te gaan. De flank van het heuveltje waar boom op staat, wordt speels bestreken door warm zonlicht en juist als ik naar beneden wil lopen, komt Vlinder aan gefladderd die op mijn schoen gaat zitten. Kennelijk was het circus nog niet afgelopen…. Tja, wat doe je dan als Vlinder je als landingsbaan heeft uitgekozen, ja, je blijft staan. Stil, om Vlinder niet te verstoren. Ze is niet van zins om zomaar weer weg te gaan en zij blijft rustig een tijdje zitten, waardoor ik rustig een tijdje blijf staan. Lang genoeg om, wederom, wat in het kreupelhout te horen. Ik hoor je denken, ‘Wat nu weer?’, dat dacht ik namelijk ook. Maar kennelijk moet er nog een kers op de taart, want onderaan het kleine heuveltje komt Vos uit het struikgewas en gaat op het pad staan. Vos, inderdaad. Bij Eekhoorn, Ree en Buizerd kun je je nog wat voorstellen. En ook Vlinder komt wel eens bij mensen langswaaien, maar Vos is van een andere categorie. Hij blijft ook niet zo heel lang, maar ondanks dat hij mij ziet staan, neemt hij de tijd om na te denken welke kant hij op zal gaan. Vijf dieren, ‘Dat zijn de vijf elementen van Feng Shui’ hoor ik Bettina roepen, maar die kende ik toen nog niet, die elementen bedoel ik. Trouwens, Bettina ook nog niet. Maar het geeft wel te denken inderdaad; welk dier zou bij welk element horen? Misschien moet ik de fabels van Jean de La Fontaine er nog eens op naslaan….

Ondertussen heb ik wel een aardig intermezzo geschreven, maar hoe dat nou zit met Kraai, Raaf en hun boodschap die me bij Thoth, Henoch en Egypte brachten waar ik in deel 1 over schreef, schrijf ik graag in deel drie.

Nina

3 gedachten over “Kraai en raaf; boodschappers van de goden – deel 2”

  1. spannend, spannend, spannend!!! zeker nu er ook een “bettina” in vernoemd wordt 🙂 kom maar op met deel 3,4,5, etc

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *